Navigatie overslaan

Pensioenleeftijd kiezen in 5 stappen: zo werkt het!

Foto van auteur Maaike Schaap door Maaike Schaap||578 x gelezen

Het lijkt er meer en meer op dat we over een aantal jaar moeten doorwerken tot ons 70e levensjaar, of in ieder geval tot 67 jaar. Maar wat nou als je dat niet wilt? Kun je niet gewoon zelf de pensioenleeftijd kiezen en beslissen wanneer je stopt met werken? Het antwoord: dat kan zeker! Alleen… hoe pak je dat aan? Kandoor zocht het voor je uit.

pensioenleeftijd - vrouw in stoel lachend
Foto door Los Muertos Crew (Pexels)

Tot enkele jaren geleden was het zonneklaar: op je 65e mag je met pensioen en krijg je de daarbij horende AOW. Deze vaste pensioenleeftijd is in 2013 afgeschaft. In plaats daarvan hanteert de overheid nu een variabele AOW-leeftijd die is gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting. Oftewel: we worden steeds ouder, dus kunnen we ook langer doorwerken.

Overzicht van de AOW-leeftijden:

JaarAOW-leeftijdGeboren tussen
201765 jaar en negen maanden30 juni 1951 en 1 april 1952
201866 jaar31 maart 1952 en 1 januari 1953
201966 jaar en vier maanden31 december 1952 en 1 september 1953
202066 jaar en vier maanden31 augustus 1953 en 1 september 1954
202166 jaar en vier maanden31 augustus 1954 en 1 september 1955
202266 jaar en zeven maanden31 augustus 1955 en 1 juni 1956
202366 jaar en 10 maanden31 mei 1956 en 1 maart 1957
202467 jaar28 februari 1957 en 1 januari 1958
202567 jaar31 december 1957 en 1 januari 1959
202667 jaar31 december 1958 en 1 januari 1960
202767 jaar31 december 1959 en 1 januari 1961
202867 jaar en 3 maanden31 december 1960 en 1 januari 1962

In 2024 mag je met pensioen als je 67 bent en bent geboren tussen 28 februari mei 1957 en 1 januari 1958. Ben je geboren tussen 31 december 1957 en 1 januari 1958 leven we in 2025? Dan mag je pas met pensioen als je 67 jaar bent.

De overheid stelt ieder jaar de nieuwe AOW-leeftijd over 5 jaar vast. Dit doen ze in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS berekent de verwachte levensverwachting en aangezien deze steeds meer opschuift, schuift ook de pensioenleeftijd op. Je kunt het zo zien: met elk jaar dat we langer leven, stijgt de AOW-leeftijd met 8 maanden. In 2041 wordt verwacht dat we recht hebben op ons pensioen als we 70 jaar oud zijn.

Op de website van de SVB kun je ook checken wat jouw AOW-leeftijd is.

Pensioenreserve

Wil je eerder stoppen met werken, dan heeft dit gevolgen voor je pensioen. Aangezien je eerder stopt met je werk, bouw je ook minder pensioen op (je mist bijvoorbeeld 3 jaar) en krijg je maandelijks een lager bedrag uitgekeerd.

Daarnaast zijn er ook mensen die langer doorwerken. Ook dat heeft gevolgen voor het pensioen. Werk je langer door, bouw je meer pensioen op en krijg je dus iedere maand een hoger bedrag uitgekeerd.

Maar weet je nu al dat je toch eerder wilt stoppen met werken, dan kun je een plannetje gaan maken zodat je straks niet zit met te weinig inkomsten.

In 5 stappen je pensioenleeftijd berekenen

Er zijn verschillende pensioenfondsen waarbij je zelf je pensioenleeftijd mag vaststellen. Meestal mag je vanaf je 58e aangeven op welke leeftijd je tussen de 60 en 70 jaar stopt met werken. Kies je niet, gaat het pensioen uit van de standaardleeftijd van 67 jaar. Stop je eerder, krijg je zoals eerder geschreven minder pensioen. Stop je later, krijg je ietsje meer.

In principe zou je in 5 stappen je pensioenleeftijd kunnen berekenen.

  1. Allereerst dien je bij je pensioenfonds je gegevens te controleren. Is de informatie juist wat betreft je inkomen? En klopt ook dat van je partner?
  2. Op internet zijn handige tools te vinden waarmee je kunt berekenen wat de gevolgen zijn van bijvoorbeeld eerder stoppen met werken. Op die manier kun je beter tot een juiste leeftijd komen.
  3. Heb je een juiste leeftijd gevonden om financieel gezien te stoppen met werken, dan kun je bij je pensioenfonds vaak nog terecht bij een informatiebijeenkomst om eventuele vragen te laten beantwoorden.
  4. Je geeft je keuze door bij je pensioenfonds.
  5. Je maakt keuzes over je inkomen met betrekking tot het nabestaandenpensioen, overbruggingspensioen, deeltijdpensioen en/of de hoog-laagregeling.

De pensioenkeuzes

Bij optie 5, de pensioenkeuzes, zijn verschillende keuzes mogelijk waar je even goed over na dient te denken.

Nabestaandenpensioen

Je bouwt automatisch een nabestaandenpensioen op. Een pensioen voor een eventuele partner als je komt te overlijden. Iedereen bouwt dit op, ook als iemand geen partner heeft. Als dan de tijd gekomen is dat je met pensioen gaat, mag je beslissen wat hiermee gebeurt.

Je kunt het houden waarvoor het in eerste instantie bedoeld is: je partner. Kom jij te overlijden, dan heeft je partner een extra stukje inkomen. Maar wanneer je partner zelf voldoende pensioen heeft, kun je er ook voor kiezen om het in zijn geheel of gedeeltelijk in te ruilen voor meer ouderdomspensioen voor jezelf.

Heb je geen partner, dan wordt het nabestaandenpensioen automatisch ingeruild voor het ouderdomspensioen en ontvang je dus iedere maand wat meer pensioen.

Overbruggingspensioen

Bij je pensioen kun je een ‘overbruggingspensioen’ inkopen. Op die manier zit er minder verschil tussen je totale inkomen voor en na je AOW-leeftijd. De voorwaarde hiervoor is wel dat je genoeg pensioen moet hebben, anders kun je het niet inkopen.

Hoog-laagregeling

Met deze regeling kun je de hoogte van je pensioen aanpassen aan je eigen wensen. Je kunt tot een bepaalde leeftijd ervoor kiezen een hoger bedrag te laten uitkeren en in de periode daarna een lager bedrag.

Deeltijdpensioen

Wil je minder werken in de aanloop naar je pensioendatum? Dan is deeltijdpensioen een mogelijkheid. Je werkt minder en ontvangt voor de overige uren een deel van je pensioen. Wel blijf je pensioen opbouwen voor het percentage dat je blijft werken.

Vraag hulp!

Als je meer vragen hebt rondom eerder stoppen met werken, kun je ook altijd contact opnemen met je pensioenadviseur of pensioenfonds.

Nieuwsbrief met handige financiële tips ontvangen?