Inkomstenbelasting: een handig overzicht
Iedereen die in Nederland woont of inkomsten uit Nederland heeft, moet daarover belasting betalen: de inkomstenbelasting. Een klusje waar vaak niet reikhalzend naar uitgekeken wordt. Kandoor heeft de belangrijkste dingen voor je op een rijtje gezet, zodat het de volgende keer een stuk gemakkelijker wordt!
Belastingaangifte
Sinds 2016 vult de Belastingdienst het aangifteformulier al voor een groot deel voor je in. Handig, maar het betekent niet dat je er zelf niets meer aan hoeft te doen. Zij weten natuurlijk niet alles van jouw situatie en het kan heel goed zijn dat er in de loop van dat jaar iets is veranderd.
Hou daarom thuis altijd een map (digitaal of print) bij waar je alles in kunt stoppen dat je nodig denkt te hebben bij de aangifte. Je jaaropgaven, je kilometers naar je werk + naar de tandarts of naar de dokter, giften die je hebt gedaan, de WOZ-beschikking, uitkeringspapieren: alles wat je nodig denkt te hebben.
Wat is het belastbaar inkomen?
Het belastbaar inkomen is het deel van je inkomen waarover je inkomstenbelasting moet betalen. Je inkomen wordt verdeeld over drie boxen waarover je mogelijk belasting moet betalen.
Boxen
Dan kan het invullen beginnen. Een van de eerste dingen die je tegenkomt, is het invullen van je inkomen bij drie verschillende boxen. De boxen zijn verschillende categorieën waarbinnen je inkomen verdeeld kan worden en waar je mogelijk belasting over moet betalen. Of je belasting moet betalen, hangt af van de bron van je inkomsten en de hoogte daarvan. Het is soms ook mogelijk dat je geld terugkrijgt. Het totale bedrag aan inkomstenbelasting zijn de drie tarieven opgeteld uit elke box.
Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning
In deze box wordt al het inkomen uit werk en woning bij elkaar opgeteld. Dat kan dus je loon zijn, maar ook de verdiensten die je met een onderneming hebt verdiend, een gekregen uitkering of loon uit overige werkzaamheden (bijvoorbeeld een bijbaan).
Bovenop je inkomsten wordt al het inkomen uit eigen woning (het eigenwoningforfait) bij elkaar opgeteld. Van dit bedrag mogen de aftrekposten afgetrokken worden, zoals de hypotheekrente en de uitgaven voor inkomensvoorzieningen.
Je telt dus bij elkaar op:
- Loon uit dienstverband
- Winst uit onderneming
- Inkomen uit overige werkzaamheden (bijvoorbeeld een freelanceopdracht)
- Inkomen uit sociale uitkeringen en pensioen
- Inkomen uit lijfrente producten
- Inkomen uit een transitievergoeding (werd vroeger de gouden handdruk genoemd, ontslagvergunning)
- Ontvangen inkomen uit partneralimentatie (ontvangen kinderalimentatie wordt niet belast)
- Eigenwoningforfait (wordt hieronder nog uitgelegd)
Je trekt ervan af:
- Betaalde rente over eigenwoningschuld, hypotheekrente (geen consumptieve rente) Let op: vanaf 2013 zijn er nieuwe regels welke rente mag worden afgetrokken!
- Ondernemersaftrek
- Werknemersaftrek
- Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
- Betaalde partneralimentatie (betaalde kinderalimentatie is niet aftrekbaar)
- Overige persoonsgebonden aftrek
Box 2: Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Er is sprake van aanmerkelijk belang als iemand (met of zonder partner) ten minste 5% van de aandelen heeft van een vennootschap (bijvoorbeeld een BV). Het bezitten van verschillende soorten aandelen in die vennootschap wordt ook meegeteld. Het inkomen uit aanmerkelijk belang kan bijvoorbeeld bestaan uit dividend en winst uit de verkoop van (een deel van) het aanmerkelijk belang. Je mag vervolgens eventuele kosten weer van dit bedrag aftrekken.
Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
Om je ‘belastbaar inkomen uit sparen en beleggen’ voor de belastingaangifte voor 2023 te weten, doe je het volgende. Je kijkt naar jouw bezittingen en schulden zoals die waren op 1 januari 2023. Je spaargeld wordt meegerekend, maar ook als je hebt belegd in aandelen en/of onroerende zaken (maar let op: niet je huis! Die valt in box 1).
Als je alles aan de kant van de plus hebt opgeteld, tel je je schulden bij elkaar op. Misschien heb je wel een persoonlijke lening, een doorlopend krediet of een creditcardschuld. Ook hier geldt: schulden voor je eigen woning (de hypotheek) horen thuis in box 1.
Is het totaalbedrag aan schuld meer dan €3.200 per persoon? Dan mag je dit van je bezit afhalen en blijft je belastbaar vermogen over. Een deel is heffingsvrij. Voor 2023 is dat bedrag €€57.000 (en €114.000 met een fiscaal partner). Alles daarboven moet je inkomstenbelasting over betalen. Voor 2024 is dit heffingsvrij vermogen ook €57.000 (en €114.000 met een fiscaal partner).
Je kunt elk jaar een bedrag schenken. Zo neemt je vermogen gestaag af zodat ook de erfenis kleiner wordt en er minder erfbelasting betaald hoeft te worden. Kom er hieronder achter hoeveel jij belastingvrij kan schenken.
Belastingtarieven box 1
Nu de verschillende boxen duidelijk zijn, gaan we weer terug naar box 1. In Nederland geldt voor box 1 een progressief stelsel; wordt het inkomen hoger, wordt ook het belastingtarief hoger.
Vanaf 2020 kennen we twee belastingschijven.
Er wordt onderscheid gemaakt in mensen die jonger en ouder zijn dan de AOW-gerechtigde leeftijd. Mensen die recht hebben op AOW, betalen geen AOW-premie meer, waardoor het belastingtarief lager wordt. AOW’ers hebben vanaf 2020 te maken met drie belastingschijven.
Hoeveel belasting betaal je over je inkomen uit box 1 in 202? Krijg je nog geen AOW en is je inkomen uit box 1 lager dan € 73.032 dan betaal je 36,93%. Verdiende je meer dan € 73.032, dan betaal je 49,5%.
Ben je AOW-er en geboren na 1 januari 1946? Dan is de eerste € 35.472 belast met 19,17%. Was je inkomen tussen de € 35.472 en € 69.398, dan betaal je 37,07%. Verdiende je meer dan € 69.398, dan betaal je 49,5%.
Eigenwoningforfait
In box 1 noemden we ook het eigenwoningforfait. Dit is een bedrag dat de eigenaar van een koopwoning in box 1 bij het inkomen moet optellen. Het is een soort vergoeding voor het woongenot van de woning. Bij de berekening van het eigenwoningforfait wordt de WOZ-waarde vermenigvuldigd met het forfaitpercentage.
Een voorbeeld: als je woning voor 2023 een WOZ-waarde heeft tussen de €75.000 en € 1.200.000 moet je het vermenigvuldigen met 0,35%. Stel de WOZ-waarde is €500.000, dan is €500.000 x 0,35% = 1.750 het eigenwoningforfait.
Is je betaalde hypotheekrente lager dan het eigenwoningforfait? Dan heb je geen hypotheekrenteaftrek meer. Om te voorkomen dat je belasting over het eigenwoningforfait moet betalen, bestaat de aftrekpost ‘geen of geringe eigenwoningschuld’. Deze aftrekpost wordt vanaf 1 januari 2019 elk jaar verder afgebouwd. In 2023 wordt nog 83,33% van het verschil tussen je eigenwoningforfait en je aftrekbare kosten in aanmerking genomen. Wil je dit nog eens uitgebreid uitgelegd krijgen? Bekijk dan de pagina van de Belastingdienst.
Wijzigingen inkomstenbelasting 2023
Inkomstenbelasting: wat er is veranderd en waar moet je op letten voor 2024?
Elk jaar veranderen er regels en voorwaarden voor de inkomstenbelasting. Deze hebben invloed op de belasting die jij betaalt of terugkrijgt. Deze veranderingen kunnen voordelig zijn en zijn daarom handig om te weten. In deze blog lees je precies wat er voor de inkomstenbelasting 2023 is veranderd en bespreken we puntsgewijs welke veranderingen plaatsvinden in 2024. Zo weet jij precies waar je bij de aangifte inkomstenbelasting voor 2023 rekening mee moet houden en wat je komend jaar kunt verwachten.
Hulp inschakelen
Kom je er echt niet uit of bevind je je in een bijzondere situatie? Vraag dan om hulp. De Belastingdienst biedt gratis hulp aan, maar het kan vaak ook bij ouderen- en vakbonden of bij belastingwinkels. En uiteraard kun je ook een professional inschakelen!