7 punten waar de Belastingdienst op gaat letten (aangifte IB 2019)
Vul jij je belastingaangifte altijd eerlijk en goed in? De meeste gegevens worden automatisch gecontroleerd. Maar: wist je dat belastinginspecteurs steekproefsgewijs ook handmatige checks doen? Waar gaat de Belastingdienst extra op letten bij de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2019? Check deze 7 punten goed voor je je belastingaangifte doet!
1. De juiste verdeling tussen fiscale partners
Net als vorig jaar kijkt de Belastingdienst extra naar fiscale partners.
Ben je getrouwd, of ben je geregistreerd partner? Dan ben je automatisch elkaars fiscaal partner en doe je samen aangifte. Let op: je kunt ook zonder getrouwd te zijn elkaars fiscaal partner zijn.
Wanneer doe je het goed?
Als fiscaal partner mag je wat jullie samen bezitten in jullie belastingaangifte onderling verdelen. Dit mogen jullie ook met jullie aftrekposten doen. Dit doe je in de belastingaangifte aan het einde bij het verdeelscherm. Het aangifteprogramma rekent alles meteen door dus je ziet direct hoe je samen zo min mogelijk belasting betaalt!
De belangrijkste elementen die fiscale partners onderling kunnen verdelen zijn:
- het saldo van de inkomsten en aftrekposten van de eigen woning (de hypotheekrenteaftrek);
- de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen (box 3; belasting op spaargeld en aandelen);
- het (restant) persoonsgebonden aftrek (zie hieronder bij punt 7).
Tip 1: Heb je een fiscaal partner en betaal jij de meeste belasting? Dan kan het voor jullie voordelig zijn als jij alle aftrekposten krijgt.
Tip 2: Krijgen jullie een toeslag? Hoeveel toeslag je krijgt, hangt van je inkomen af. Probeer jullie gezamenlijke inkomsten en aftrekposten zo te verdelen dat jullie geen toeslag terug hoeven te betalen.
2. Kinderen? Let op de inkomensafhankelijke combinatiekorting
In de belastingaangifte worden bij het onderdeel 'inkomensafhankelijke combinatiekorting' vaak fouten gemaakt. Wanneer mag je deze korting toepassen?
Had je op 1 januari 2019 een kind die jonger was dan 12 jaar? Dan heb je misschien recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze korting is een heffingskorting. Een heffingskorting zorgt ervoor dat je minder inkomstenbelasting betaalt.
Deze korting mag je toepassen als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
- je hebt een kind die op 1 januari 2019 jonger is dan 12;
- jij en je kind in 2019 minimaal 6 maanden op hetzelfde woonadres ingeschreven stonden. Het adres moet bekend zijn bij de Basisregistratie Personen (BRP).
- je verdiende in 2019 méér dan € 4.993 aan loon, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Of je kwam in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek.
- je hebt géén fiscaal partner, of als je wél een fiscaal partner hebt, dan heeft degene met het laagste inkomen recht op de heffingskorting.
Wat verstaat de Belastingdienst onder ‘kind’?
- een eigen kind;
- een stiefkind;
- een pleegkind, dat door jou wordt opgevoed en onderhouden als een eigen kind;
- een geadopteerd kind;
- een kind uit een eerdere relatie van jouw fiscaal partner; en
- als jullie samenwonen en elkaars fiscaal partners zijn, dan ziet de Belastingdienst het kind van jouw fiscaal partner ook als jouw kind.
Let op: krijg je voor jouw pleegkind een (kostendekkende) vergoeding? Dan heb je geen recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. ‘Onderhouden’ betekent dat je in 2019 minimaal € 425 per kwartaal in de kosten van levensonderhoud van jouw pleegkind hebt betaald.
Extra opletten: co-ouderschap en kinderen
Ben je een co-ouder? Dan heeft de co-ouder bij wie het kind staat ingeschreven recht op de heffingskorting. De andere co-ouder kan ook recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting als het kind meestal minstens 3 hele dagen per week in elk van de huishoudens verblijft.
Let op: als het kind om de week bij de ene en de andere ouder verblijft, dan moet je dit schriftelijk vastleggen in een ouderschapsplan en/of echtscheidingsconvenant. Anders heeft niemand recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De Belastingdienst kan bewijsstukken opvragen voor de beoordeling van de heffingskorting, zoals het ouderschapsplan of het echtscheidingsconvenant. Maar bijvoorbeeld ook een agenda, kalender of andere stukken, waaruit blijkt dat de gemaakte afspraken zijn nagekomen.
3. Eigen woning? Let op!
Heb je een koopwoning en ga je scheiden? Of heb je net een eigen woning gekocht? Dan let de Belastingdienst extra op jou. Omdat in een nieuwe situatie veel verandert. En dat brengt sneller fouten met zich mee.
Voor het eerst een huis gekocht
Heb je in 2019 een huis gekocht? Gefeliciteerd! Maar let op, in jouw belastingaangifte verandert er heel wat. Zo kun je alle kosten die je gemaakt hebt om de lening te krijgen in jouw belastingaangifte aftrekken. Leer hier meer over aftrekposten van je eigen woning.
Scheiden met een koophuis
Scheiden en de fiscale gevolgen daarvan is een ingewikkeld onderwerp. De Belastingdienst ziet hier vaak veel fouten in de belastingaangifte. De Belastingdienst heeft daarom een speciale website voor scheiden of uit elkaar gaan. Hierop vind je bijvoorbeeld een checklist met handige tips.
Hebben jullie samen een koopwoning? Spreek in jullie echtscheidingsconvenant goed de gevolgen voor de belastingen af! Kijk of je samen of apart belastingaangifte gaat doen. En let bij de belastingaangifte goed op het juist aangeven van:
- de afspraken in het echtscheidingsconvenant
- de eigen woning: wie blijft er wonen? Wie betaalt de kosten?
- woongenot als alimentatie: blijf je in het huis wonen en bezit je een deel van het huis? Dan kan er sprake zijn van een ontvangen woongenot. Dit moet je in jouw aangifte opgeven als ontvangen alimentatie. Jouw ex-partner kan in zijn/haar aangifte het verstrekte woongenot als een onderhoudsverplichting aftrekken.
Een voorbeeld
Anne en Bas zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Zij bezitten samen een koopwoning. Deze is bij beiden voor 50% in eigendom. Bas betaalt 100% van de hypotheekrenteaftrek. In 2019 gaan ze uit elkaar, op 1 juli dienen ze het verzoek tot echtscheiding in bij de rechtbank en dezelfde dag nog vertrekt Bas uit de woning. Tot 1 juli 2019 zijn Anne en Bas automatisch elkaars fiscaal partner. Voor de rest van 2019 kiezen zij ervoor om elkaars fiscaal partner te zijn. Anne geeft 50% van het eigenwoningforfait aan als ontvangen woongenot als ‘ontvangen alimentatie’. Bas mag in zijn aangifte 50% van het verstrekte woongenot aftrekken als onderhoudsverplichting.
4. Studiekosten
Ook een blijvertje: de voorwaarden voor de aftrek van studiekosten. Best ingewikkeld, want wat valt bijvoorbeeld onder een ‘opleiding of studie’ en wat zijn ‘drukkende kosten’?
Zo doe je het goed:
Wat is aftrekbaar?
- lesgeld, cursusgeld, collegegeld, examengeld, promotiekosten;
- door de opleiding of studie verplichte leermiddelen en beschermingsmiddelen; en
- kosten voor Erkenning van Verworven Competentie (EVC)-procedures.
Wanneer zijn deze kosten aftrekbaar? Dat is als:
- deze studie of opleiding niet als hobby is bedoeld;
- je in een jaar meer dan € 250, maar minder dan € 15.000 aan kosten maakt;
- je geen studiefinanciering ontvangt; en
- deze kosten voor jou drukkend zijn.
Let op: ontvang je van je werkgever een studievergoeding? Dan moet je in jouw belastingaangifte deze ontvangen vergoeding van de gemaakte kosten aftrekken!
Wat zijn niet-aftrekbare kosten?
- kosten voor computers en de kosten voor apparatuur die hierbij hoort (muis, toetsenbord, etc.);
- en kosten voor studiereizen of excursies;
- of kosten voor reis- en verblijf; en
- de kosten voor vakliteratuur. Let op: moet je deze vakliteratuur verplicht voor de opleiding of studie kopen? Dan zijn deze kosten wel aftrekbaar!
Wat betekent 'opleiding of studie'?
Het volgen van een opleiding of studie betekent: het volgen van een leertraject. De opleiding of studie moet over een goede planning en organisatie beschikken. Ook moet je tijdens dit leertraject onder toezicht of begeleiding kennis verkrijgen.
Wat zijn 'drukkende kosten'?
Betaal je de studiekosten voor jouzelf of jouw fiscaal partner? Dan heb je drukkende kosten. Betaal je de studiekosten voor jouw kind? Dan heb je geen drukkende kosten en kun je ook niets aftrekken.
Let op: het moment waarop de kosten drukkend zijn, is het moment waarop je deze kosten kunt aftrekken. Dus voor jouw belastingaangifte voor 2019, moeten de kosten in 2019 drukkend zijn geworden.
5. Giftenaftrek
Geef je geld aan een goed doel? Dan kun je dit in jouw aangifte inkomstenbelasting aftrekken.
Let op: het goede doel moet een ‘Algemeen Nut Beogende Instelling’ (ook wel: ANBI) zijn. Kijk hier of jouw donatie aan een ANBI is gedaan.
De Belastingdienst merkt dat de aftrek van giften vaak problemen oplevert. Let bij het doen van giften op het volgende:
- leg periodieke giften vast. Dit kan in een notariële akte of in een onderhandse schenkingsakte.
- geef je aan een culturele ANBI? Dan kun je de gift met 25% verhogen. In het programma ANBI opzoeken kun je zien of jouw gift aan een ANBI of aan een culturele ANBI is gedaan. Als achter de naam van de instelling een datum in de kolom 'Cultuur begindatum’ staat, gaat het om een culturele ANBI.
- krijg je een vrijwilligersvergoeding? Dit is geen gift! Wil, of kan je geen vrijwilligersvergoeding krijgen? Dan kun je onder voorwaarden een giftenaftrek hebben. Klik hier voor meer informatie.
6. Restant persoonsgebonden aftrek
Had je in 2018 aftrekposten die je in 2018 niet helemaal kon verrekenen? Dan kun je deze ‘restant persoonsgebonden aftrek (PGA)’ misschien in jouw belastingaangifte voor 2019 verrekenen. Wil je weten hoeveel je in 2019 kunt verrekenen? Het bedrag staat in jouw definitieve aanslag voor 2018, maar ook in jouw ingediende belastingaangifte voor 2018. Let hierbij op dat je het juiste bedrag invult onder ‘uitgaven die u voor 2019 hebt gedaan' in de belastingaangifte voor 2019. Doe je dit niet, of verkeerd, dan doet de Belastingdienst dit voor jou. De Belastingdienst stuurt dan ook nog een brief met daarin het bedrag van het restant PGA dat je in jouw belastingaangifte kunt opnemen. Uiteindelijk komt het goed, alleen duurt het langer dan als het meteen goed wordt ingevuld.
Kun je in 2019 niet alles verrekenen? Dan wordt het restant PGA naar 2020 doorgeschoven. Je kunt zolang doorschuiven als nodig is totdat het gehele restant PGA is verrekend.
7. Vergeet niet je inkomen uit overige werkzaamheden
Had je in 2019 inkomsten die geen loon, pensioen, of winst uit onderneming waren? Bijvoorbeeld inkomsten als gastouder of freelancer? Dan is er sprake van ‘inkomsten uit overig werk’. Maak je kosten die direct te maken hebben met deze inkomsten? Dan mag je deze zakelijke kosten aftrekken.
Jouw opdrachtgever geeft de gegevens door aan de Belastingdienst, maar deze worden niet meegerekend in de vooraf ingevulde aangifte. Dus zorg ervoor dat je deze inkomsten én onkostenvergoedingen in jouw belastingaangifte aangeeft!
Let op: vaak moet je de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) nog betalen!
Tip! Zorg dat je geld apart houdt voor betalingen aan de Belastingdienst om te voorkomen dat je voor verrassingen komt te staan. Houdt daarnaast maandelijks jouw inkomsten en uitgaven op een duidelijk overzicht bij. De uitgaven moet je kunnen aantonen, dus de bonnen en facturen goed (en digitaal) bewaren.
Kijk voor meer informatie op de website 'Werk en inkomen' onder ‘inkomsten uit overig werk’.