Navigatie overslaan

Het nieuwe pensioenstelsel: wat betekent het voor jou?

Kandoor logo door Kandoor||1.229 x gelezen

Het pensioenakkoord voor het nieuwe pensioenstelsel: het heeft heel veel jaren geduurd, maar hij is er.  Hoe verandert ons pensioen nu? In dit blog leggen we de zes belangrijkste veranderingen uit.

Dit artikel is voor het laatst geüpdatet in 2022. Meer over het nieuwe pensioen lees je op onze pagina over het nieuwe pensioen. 

pensioenakkoord - zakenmensen schudden hand
Foto door Sora Shimazaki (Pexels)

Waarom een nieuw pensioenakkoord?

Allereerst even ’the why’ van dit verhaal. Waarom moet er zo nodig een nieuw pensioenstelsel komen? Het huidige pensioenstelsel is verouderd. Het gaat uit van: 

  • het idee dat mensen jarenlang/hun hele leven bij hetzelfde bedrijf blijven werken 
  • een vooraf vastgesteld pensioenbedrag afhankelijk van het aantal dienstjaren en de hoogte van het salaris

Veertig jaar lang werken bij dezelfde baas: dat is natuurlijk allang niet meer zo. Het oude pensioenstelsel stamt van halverwege de vorige eeuw: nogal lang geleden dus! Mensen wisselen nu veel vaker van baan of van sector en er zijn veel meer zzp’ers en ondernemers dan 60 jaar geleden.

Om iedereen het bedrag te geven wat hen vooraf was beloofd, moesten er enorme buffers worden opgebouwd. Zo bedachten ze dat zowel de pensioenen van dat moment als die van de toekomst, altijd in kas moesten zijn. Dit gaat om enorme bedragen dus! Maar de economie is niet altijd even voorspelbaar.

Om de enorme buffers te waarborgen, waren er strenge regels: zodra de buffer te laag werd, mochten pensioenfondsen de pensioenen niet meer verhogen en soms moesten ze het pensioen zelfs gaan korten.

Als gevolg hiervan groeien pensioenuitkeringen al jaren niet meer mee met de koopkracht. Het oude systeem werkt niet meer goed en past niet meer bij deze tijd. Er moest iets veranderen. Nederland heeft één van de beste pensioenstelsels van de wereld en is in de loop van de jaren steeds ingewikkelder geworden. Een flinke taak om dit te veranderen. En dit is gelukt. Hierbij de 6 grootste veranderingen:

1. De AOW-leeftijd stijgt minder snel

De AOW-leeftijd gaat tot 2025 in stappen omhoog van 65 naar 67 jaar. Vanaf 2025 is de stijging van de AOW-leeftijd afhankelijk van de levensverwachting van de inwoners van Nederland.

Hoe deze stijging verloopt is vastgelegd in een wet. Deze wet regelt dat de regering vanaf 2016 jaarlijks moet vaststellen wat over vijf jaar de AOW-leeftijd is. In de wet staat een formule om uit te rekenen wat de verhoging moet worden. In het Pensioenakkoord 2019 is afgesproken dat de stijging minder snel gaat dan eerder afgesproken. Vanaf 1 januari 2020 ziet de stijging er zo uit:

Huidige AOW-leeftijdAOW-leeftijd in het pensioenakkoord
202066 jaar + 8 maanden66 jaar + 4 maanden
202167 jaar66 jaar + 4 maanden
202267 jaar + 3 maanden66 jaar + 7 maanden
202367 jaar + 3 maanden66 jaar + 10 maanden
2024Vanaf 2024 stijgt de AOW-leeftijd 1 op 1 mee met de stijging van de levensverwachting in Nederland.67 jaar
2025Nog onbekendVanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd 8 maanden voor elk jaar dat iemand naar verwachting langer leeft

De wet die het minder snel stijgen van de AOW-leeftijd regelt is inmiddels aangenomen en geldt vanaf 1 januari 2020.

2. Pensioenfondsen: pensioen beweegt mee met de economie

Vroeger werden pensioenen vaak in januari verhoogd, zodat de uitkering mee zou stijgen met de prijzen in de winkels. Dit heet indexatie. Maar bij de meeste pensioenfondsen is dat sinds 2008 niet meer gebeurd.

De pensioenfondsen willen hun pensioenen aan kunnen passen. Dit gaan ze doen op basis van de afspraken die werkgevers en werknemers hebben gemaakt. Als het met de economie goed gaat, verwachten mensen ook een indexatie die met de inflatie gelijk loopt (als het even kan). Draait de economie goed, dan moeten pensioenfondsen sneller hun pensioenen kunnen verhogen. De  keerzijde is dan wel dat in slechtere tijden de pensioenen ook moeten kunnen worden gekort.

In het kort: in het oude systeem lag de focus op het eindbedrag en werd alles in staat gesteld om dat eindbedrag te halen. In het nieuwe systeem is er geen ‘hard recht’ op een uitkering. Er wordt een pensioen uitgekeerd dat op basis van verondersteld rendement mogelijk is om levenslang te kunnen uitkeren.

Wanneer stijgen de pensioenen en wanneer wordt er gekort?

In het pensioenakkoord is voorgesteld om de pensioenen te laten meebewegen met de waarde van de beleggingen.

Dus gaat het goed met de beleggingen? Dan stijgen de pensioenen ook. Goed om je te realiseren: een pensioenfonds heeft geen winstoogmerk en belegt niet voor zichzelf, maar alleen voor het pensioen. Dus kan het pensioen verhoogd worden? Dan gebeurt dit ook.

Gaat het niet goed met de beleggingen? Dan is er meer kans op korting van het pensioen. Maar door de eerdere stijgingen en de stijgingen die er daarna kunnen komen, blijft de mogelijke schade beperkt. Uiteindelijk is het doel van het nieuwe pensioenstelsel dat het beter gaat met alle pensioenen.

Hoe gaat jouw pensioenfonds om met het nieuwe pensioenakkoord?

Neem dan contact op met jouw pensioenfonds of pensioenverzekeraar: 

3. Combinatie van een persoonlijk en collectief pensioen

Het pensioen gaat, volgens het pensioenakkoord, uit twee delen bestaan: een persoonlijk deel en een collectief deel.

Voor je persoonlijke pensioen bouw je pensioen op in een ‘persoonlijk vermogen’. Dit gebeurt via de Wet Verbeterde Premieregeling. Daarnaast wordt een deel van jouw pensioenpremie in een collectieve pensioenregeling gestopt. Hierin bouw je pensioen op in een gezamenlijk vermogen met deling van risico’s. Bijvoorbeeld het risico op vroeg of juist laat overlijden en het risico op arbeidsongeschiktheid. Hierdoor blijft een levenslang pensioen, een nabestaandenpensioen en een arbeidsongeschiktheidspensioen mogelijk.

Op dit moment betalen de meeste werknemers in Nederland dezelfde premies als zijn/haar collega’s. Daar krijgen zij evenveel pensioen voor terug. Dat is eigenlijk gek, want het geld van een jonge werknemer kan veel langer renderen en belegd worden dan die van een oude werknemer. En dus zou een jonge werknemer voor hetzelfde pensioen veel minder hoeven te betalen. In dat geval betalen jonge werknemers dus ook flink mee aan het pensioen van de oude werknemers. Dat is oneerlijk, vindt men.

In het pensioenakkoord wordt voorgesteld dat iedereen dezelfde premie blijft betalen als zijn/haar collega’s. Maar een jonge werknemer krijgt daar dan wel meer pensioenopbouw voor terug dan een oude werknemer. Het wordt dus steeds belangrijker om vanaf jonge leeftijd al pensioen op te bouwen. Er zal ook worden onderzocht hoe dit gestimuleerd kan worden.

4. Een deel van je pensioen opnemen

Iedereen krijgt straks de mogelijkheid om een deel van het opgebouwde pensioen op de pensioeningangsdatum op te nemen. Dit heet ook wel het ‘pensioenbedrag ineens’ of ‘lumpsum’. Er geldt een maximum van 10% van het door hen opgebouwde pensioen. Bijvoorbeeld om de hypotheek af te betalen, een reis te maken of het huis te verduurzamen. Mensen die niet in een pensioenfonds zitten maar zelf voor hun pensioen sparen krijgen ook de keuze om maximaal 10% pensioen op te nemen.

Lees hier meer over het ‘pensioenbedrag ineens’ 

5. Makkelijker eerder met pensioen (bij zware beroepen)

De verhoging van de AOW-leeftijd is niet in alle beroepsgroepen haalbaar. Vooral de AOW-leeftijd van zware beroepen kunnen niet eeuwig meestijgen met de levensverwachting. Daarom komt dit pensioenakkoord met een aantal maatregelen:

  1. Werkgevers krijgen minder snel een boete voor vroegpensioen (RVU-heffing). Als je niet meer dan 3 jaar voor je AOW-leeftijd met vroegpensioen gaat en maximaal € 19.000 bruto per jaar ontvangt van je werkgever, wordt er geen boete berekend. Daardoor wordt het makkelijker om 3 jaar eerder uit dienst te gaan. Cao-partijen mogen in hun eigen sector zelf een regeling hiervoor ontwikkelen.
  2. Het kabinet stelt 10 miljoen per jaar beschikbaar om werken tot de AOW-leeftijd gemakkelijker te maken. Denk hierbij aan om- en bijscholing, loopbaanbegeleiding of generatieregelingen.
  3. Regelingen voor verlofsparen worden verbeterd, zodat je kan sparen voor vervroegde pensionering.
  4. Er wordt onderzocht hoe onregelmatigheidstoeslag en ploegentoeslag kan worden omgezet in individuele vrijwillige pensioenopbouw om eerder te stoppen. Ook wordt onderzocht of het stoppen met werken niet meer gekoppeld kan worden aan de AOW-leeftijd, maar bijvoorbeeld aan het aantal gewerkte dienstjaren. Bijvoorbeeld na 45 werkjaren.

De overheid bepaalt niet welke beroepen vallen onder ‘zware beroepen’. Elke sector kan dit zelf bepalen. Zij kunnen vervolgens subsidie aanvragen om duurzame inzetbaarheid en eerder stoppen met werken mogelijk te maken.

6. Een beter nabestaandenpensioen

Een nabestaandenpensioen bestaat om na een overlijden de nabestaanden financieel te helpen. Dit heet ook wel partnerpensioen en wezenpensioen. Denk bij nabestaanden aan de partner en (jonge) kinderen. De regels en de keuzes van het nabestaandenpensioen zijn de afgelopen jaren veranderd en ingewikkelder geworden. Daarom is in het nieuwe pensioenakkoord gekeken hoe het nabestaandenpensioen kon worden verbeterd.

Op dit moment is het nabestaandenpensioen bij elk pensioenfonds en pensioenverzekeraar anders geregeld. Dit wordt anders: er komt één nabestaandenpensioen waarbij de partner recht heeft op maximaal 50% van het salaris. Je krijgt dit als je partner op het moment van overlijden premie betaalt aan de pensioenregeling.

Het kan zijn dat jouw pensioenfonds nu een betere regeling heeft dan die hierboven staat, of juist slechter. Hoe wordt hiermee omgegaan? Daarover gaat de overheid, samen met sociale partners, het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie in gesprek.

Next steps: het nieuwe pensioenakkoord komt er tussen 2022 en 2026.

Het concept wetsvoorstel voor het pensioenakkoord is inmiddels gepubliceerd. Hierin staan alle details over het nieuwe pensioenstelsel. Dit voorstel zit momenteel in de consultatiefase. Dit is de eerste fase van het wetgevingsproces en is ervoor bedoeld dat alle belanghebbende partijen uit het pensioenveld de kans hebben om te reageren op het concept wetsvoorstel voordat deze naar de Tweede Kamer gaat. Na deze fase wordt het wetsvoorstel verbeterd en worden mogelijke nodige aanpassingen doorgevoerd.

Het nieuwe akkoord staat er nu dus in theorie, maar moet nog in de praktijk worden gebracht. Er moet bijvoorbeeld nog veel in wetgeving en lagere regelgeving worden vastgelegd. Ook DNB moet nog rekenregels uitvaardigen. Wordt vervolgd dus…

Dit blogartikel is tot stand gekomen door een samenwerking tussen: 

Marc Smellink (Coördinator en relatiebeheer bij pensioenuitvoerder PGB, gids bij Kandoor)Rosemarie van der Velden (MPLA, senior pensioenadviseur, gids bij Kandoor)Joop Rietmulder (pensioen- en interrimmanagement, gids bij Kandoor)Pim Wijers, Lisanne van Ruiten, Suzanne van Remmen, Zenno Cornelisse (Kandoor.nl) 

Nieuwsbrief met handige financiële tips ontvangen?