Navigatie overslaan

Een koophuis en samenwonen: de opties!

Foto van auteur Irene van den Berg door Irene van den Berg||10.074 x gelezen

Als je gaat samenwonen, kan het fijn zijn als je lief al een koophuis heeft. Maar voorkom dat je ineens op straat staat bij overlijden of een relatiebreuk. Zo regelen jullie het netjes.

Koophuis samenwonen - koppel verhuist dozen
Foto door Karolina Grabowska (Pexels)

Wil je bij me komen wonen? Natuurlijk antwoord je op die vraag van je lief volmondig ja. Maar denk wel even na voordat je je huur opzegt en al je spullen op Marktplaats zet. Heeft je partner al een koophuis, dan is er niets mis mee om bij hem of haar in te trekken. Zet echter wel afspraken op papier om te voorkomen dat je van de ene op de andere dag dakloos raakt als jullie niet meer samen zijn. Er zijn een aantal constructies om intrekken bij je partner met een koophuis goed te regelen. Kijk wat bij jullie past.

Optie 1: Ga trouwen

Door te trouwen in gemeenschap van goederen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan worden jullie beiden eigenaar van de woning, en daarmee zijn jullie dus ook allebei verantwoordelijk voor de hypotheekschuld. De hypotheekakte hoeft daarvoor niet te worden aangepast. En dat heeft weer als voordeel dat je geen overdrachtsbelasting betaalt.

Een ander groot voordeel van een huwelijk of geregistreerd partnerschap is dat je automatisch erfgenaam bent. Bovendien betaal je veel minder erfbelasting als je lief overlijdt. Partners hebben een hoge belastingvrijstelling van meer dan zes ton (€ 795.156,- in 2024). Daarboven betaal je tien of twintig procent belasting afhankelijk van de hoogte het bedrag. Ter vergelijking: zonder iets te regelen heb je een vrijstelling van € € 2.658 in 2024 (€ 2.418,- in 2023) en betaal je dertig of veertig procent belasting.

Rekensom: Maaike trekt in bij Joris. De woning van Joris kost 220.000 euro. Zijn netto hypotheeklast is 750 euro per maand. Joris en Maaike gaan trouwen. Maaike is nu voor de helft mede-eigenaar van de woning. Ze betalen de hypotheek voortaan van hun gezamenlijke rekening.

Optie 2: Koop de helft

Vind je het nog wat vroeg om in het huwelijksbootje te stappen, dan kun je ook op een andere manier mede-eigenaar worden van het koophuis. Namelijk door jullie liefdesnestje op twee namen te zetten. Formeel koop je dan een deel van het huis. Hiervoor moet de bank wel toestemming geven. De overdracht brengt bovendien kosten met zich mee. Zo betaal je twee procent overdrachtsbelasting over de helft van de waarde van de woning.

Loopt jullie relatie stuk, dan moet de één de ander uitkopen. Of jullie verkopen de woning. Let op: bij overlijden is je partner niet automatisch erfgenaam voor jouw deel van de woning, tenzij jullie dit geregeld hebben in een testament.

Rekensom: Maaike trekt in bij Joris. De woning van Joris kost 220.000 euro. Zijn netto hypotheeklast is 750 euro per maand. Joris en Maaike laten het koopcontract op twee namen zetten. Maaike is nu voor de helft mede-eigenaar van de woning. Ze betalen de hypotheek voortaan van hun gezamenlijke rekening.

Optie 3: Stel een samenlevingscontract op

Zit je er niet op te wachten om mede-eigenaar te worden – bijvoorbeeld omdat je maar een klein inkomen hebt -, dan is het slim om wel een aantal afspraken vast te leggen in een samenlevingscontract. Jullie zijn vrij om jullie eigen afspraken te maken. Jullie kunnen bijvoorbeeld afspreken dat jij bij een relatiebreuk een bedrag meekrijgt om meubels van te kopen en dat je nog een bepaalde periode in het huis mag blijven wonen. Of leg vast dat jullie waardeverandering van de woning – zowel positief als negatief – moeten delen als jullie uit elkaar gaan.

Willen jullie het ook goed geregeld hebben als de ander komt te overlijden, stel dan een testament op. Je kunt bijvoorbeeld vastleggen dat je partner nog een tijd in de woning kan blijven voordat je nabestaanden het huis mogen verkopen of dat hij de woning helemaal in eigendom krijg. Belangrijk is dan wel dat de achterblijver in zijn eentje de hypotheek kan ophoesten. Zoniet, dan is het een optie om een levensverzekering af te sluiten waarmee de ander – tijdelijk – de woonlasten kan betalen.

Rekensom: Maaike trekt in bij Joris. Het koophuis van Joris kost 220.000 euro. Zijn netto hypotheeklast is 750 euro per maand. Maaike gaat Joris ‘huur’ betalen. Ze spreken af dat ze maandelijks 300 euro bijdraagt omdat haar inkomen wat lager ligt. Joris en Maaike stellen een samenlevingscontract op waarin staat dat Maaike bij een relatiebreuk 5000 euro meekrijgt om nieuwe meubels van te kopen.

Optie 4: Regel niets, betaal niets

Je hoeft natuurlijk niet per se mee te betalen aan de hypotheek wanneer je bij je partner intrekt. Hij of zij is de eigenaar, heeft daardoor ook het belastingvoordeel en bouwt vermogen op. Je kunt wel op een andere manier bijdragen aan jullie gezamenlijk kosten, bijvoorbeeld door de boodschappen te betalen of het gas, licht en water. Bij deze optie moet je wel direct je biezen pakken als je lief overlijdt of het uitmaakt. Maar je hebt dan wel al die tijd ‘gratis’ gewoond.

Rekensom: Maaike trekt in bij Joris. Het koophuis van Joris kost 220.000 euro. Zijn netto hypotheeklast is 750 euro per maand. Maaike draagt 0 euro bij aan de hypotheeklast. Wel betaalt ze gas, licht en water van 150 euro per maand plus de boodschappen van ongeveer 90 euro per week. 

Optie 5: Blijf latten

Of heroverweeg je volmondige ja. Ruim twintig procent van de volwassenen heeft een liefdesrelatie maar woont niet samen. Jongeren tot dertig jaar latten het vaakst. Zij hebben echter vaak wel plannen om in de toekomst te gaan samenwonen. Voor veertigplussers ligt dat anders. Vooral vrouwen zijn dan niet meer zo happig om een huis te delen: bijna twee derde blijft liever latten, tegen een derde van de mannen boven de veertig.

Ook als je blijft latten, kun je elkaar goed verzorgd achterlaten bij overlijden. Neem elkaar bijvoorbeeld in je testament op. Je kunt zelfs trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan zonder onder één dak te wonen.

Rekensom: Maaike trekt niet in bij Joris. De woning van Joris kost 220.000 euro. Zijn netto hypotheeklast is 750 euro per maand. Maaike behoudt haar huurwoning en betaalt 600 euro per maand aan huur.

Nieuwsbrief met handige financiële tips ontvangen?