Belastingschijven 2021: zo werkt het
Je betaalt belasting. Hoeveel je betaalt? Dat gaat volgens ‘belastingschijven’. In welke schijf je zit, hangt af van wat je in één jaar in totaal verdient. In Nederland kenden we tot 2019 vier schijven. De belastingschijven vanaf 2020 zien er anders uit. Daarom een handig overzicht, met duidelijke informatie over belastingschijven, belastingboxen en praktische info.
Je leest in dit blog wat:
- de nieuwe belastingschijven zijn
- het verschil is tussen 2019, 2020 en 2021
- de veranderingen zijn in box 1, box 2 en box 3
- er in de belastingschijven 2020 en 2021 verandert qua percentages voor je aftrekposten
Vragen die andere mensen ook hebben…
Klik op een vraag en stel ‘m direct kosteloos en snel in onze chat!
Tot wanneer kan ik aangifte inkomstenbelasting doen?
Hoe kan ik mijn aangifte inkomstenbelasting aanvullen of wijzigen?
Is het mogelijk om uitstel aan te vragen voor de aangifte inkomstenbelasting?
Heb jij een financiële vraag? Stel ‘m op Kandoor.nl. Onze gidsen helpen je op weg.

Allereerst: welke boxen zijn er en wat moet je ermee?
Om te weten hoe het zit met de belastingschijven, is het handig om te weten dat er 3 boxen zijn. Wat betekenen die boxen?
- In box 1 geef je jouw inkomen op. Dit kan inkomen zijn uit werk, pensioen, alimentatie en de winst van jouw bedrijf. Ook inkomen uit jouw eigen woning. Het inkomen uit eigen woning is de ‘hypotheekrenteaftrek‘.
- Box 2 is het inkomen uit ‘aanmerkelijk belang‘. Dit klinkt ingewikkeld, maar is voor jou als je bijvoorbeeld 5% of meer van de aandelen in een BV bezit. Komt daar een inkomen uit? Dan geef je het op in deze box.
- Box 3 is voor jouw inkomen uit sparen en beleggen. Hier geef je bijvoorbeeld al jouw bank- en spaarrekeningen aan. Maar ook aandelen, bitcoins en onroerend goed.
Elk soort inkomen mag je maar één keer aangeven. Dus als je een eigen woning hebt, dan geef je dat wel in box 1 aan en niet ook in box 3.
De verandering van belastingschijven in box 1
Tot en met 2019 had box 1 vier belastingschijven. Vanaf 2020 blijven er twee belastingschijven over.
Dit is voor veel mensen voordeliger.
Inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021
AOW: Inkomstenbelasting 2020 en 2021
Ook de belastingschijven 2020 en 2021 voor AOW’ers zien er anders uit. AOW’ers krijgen vanaf 2020 te maken met 3 schijven. In 2019 waren dat er vier. Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, betaal je geen premies meer voor de AOW.
AOW: De belastingschijven 2020
Inkomsten in box 1 – AOW-leeftijd en geboren vanaf 1 januari 1946
Inkomen | Percentage |
---|---|
Schijf 1: t/m €34.712 | 19,45% |
Schijf 2: vanaf €34.713 t/m €68.507 | 37,35% |
Schijf 3: vanaf €68.508 | 49,50% |
Inkomsten in box 1 – vanaf AOW-leeftijd en geboren voor 1 januari 1946
Inkomen | Percentage |
---|---|
Schijf 1: t/m €35.375 | 19,45% |
Schijf 2: vanaf €35.376 t/m €68.507 | 37,35% |
Schijf 3: vanaf €68.508 | 49,50% |
AOW: De belastingschijven 2021
Inkomsten in box 1 – AOW-leeftijd en geboren vanaf 1 januari 1946
Inkomen | Percentage |
---|---|
Schijf 1: tot €35.130 | 19,20% |
Schijf 2: vanaf €35.130 tot €68.508 | 37,10% |
Schijf 3: vanaf €68.508 | 49,50% |
Inkomsten in box 1 – vanaf AOW-leeftijd en geboren voor 1 januari 1946
Inkomen | Percentage |
---|---|
Schijf 1: tot €35.942 | 19,20% |
Schijf 2: vanaf €35.942 tot €68.508 | 37,10% |
Schijf 3: vanaf €68.508 | 49,50% |
*Op zoek naar de belastingschijven van 2019? Kijk dan onderaan deze pagina!
Zo werkt een aftrekpost op een belastingschijf (en betaal je minder belasting!)
Er zijn kosten die mag je aftrekken van jouw inkomen. Hierdoor hoef je vaak minder belasting te betalen.
Maar of je minder belasting hoeft te betalen, hangt af van de belastingschijven. Om te laten zien hoe dit werkt, twee voorbeelden.
Voorbeeld 1:
Marie is met pensioen en heeft in 2021 een pensioeninkomen van € 40.000. Zij moet 37,10% belasting betalen.
Gerard is met pensioen en heeft in 2021 een pensioeninkomen van € 40.000 en aftrekbare zorgkosten van € 5.000.
Gerard betaalt niet over € 40.000 belasting, maar over € 35.000.
€ 35.000 valt in een andere belastingschijf. Daarom betaalt hij geen 37,10% maar 19,20% belasting.
Voorbeeld 2:
Dominique heeft in 2021 een inkomen van € 100.000. Ze heeft in 2021 € 5.000 aan partneralimentatie betaald. Het belastbare inkomen van Dominique wordt dan € 95.000.
Omdat het inkomen van Dominique in de 2e belastingschijf valt, wordt dit belast met 49,50%. Van de betaalde partneralimentatie, krijgt zij € 2.475 (€5.000 x 49,50%) met haar belastingaangifte terug. Dominique betaalt namelijk € 2.475 minder belasting over haar inkomen van € 100.000.
Tussen 2020 en 2023 krijg je minder terug van je aftrekposten
Je krijgt minder terug van je aftrekposten, want het aftrektarief gaat de komende jaren omlaag.
Hoe komt dit? Omdat het inkomstenbelastingtarief omlaag gaat, krijgt de overheid minder geld binnen. Om er voor te zorgen dat de overheid dezelfde inkomsten heeft als in andere jaren, wordt de aftrekbaarheid van de kosten beperkt. Dit heet ook wel ‘tariefcorrectie’.
Tariefcorrectie 2019-2023
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Maximaal aftrektarief aftrekbare kosten eigen woning | 49,0% | 46,0% | 43,0% | 40,0% | 37,05% |
Maximaal aftrektarief andere aftrekposten | 51,75% | 46,0% | 43,0% | 40,0% | 37,05% |
Deze tariefcorrectie geldt niet alleen voor de aftrekbare kosten van de eigen woning. Ook de aftrek van een aantal andere aftrekposten wordt de komende jaren beperkt. Bijvoorbeeld de:
- ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en stakingsaftrek);
- MKB-winstvrijstelling;
- partneralimentatie;
- uitgaven voor specifieke zorgkosten;
- aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten;
- aftrek van scholingsuitgaven. Let op: deze aftrek wordt per 2021 vervangen door het STAP-budget;
- en giftenaftrek.
Deze aftrekbeperking betekent dat je meer belasting moet betalen. Maar ook dat jouw lasten stijgen. Een voorbeeld ter verduidelijking.
Voorbeeld 3:
Robin en Hanneke zijn in 2015 gescheiden. Hanneke krijgt van Robin ieder jaar € 10.000 aan partneralimentatie.
Robin heeft een inkomen van € 100.000. Ze kan de betaalde partneralimentatie aftrekken.
Voor 2020 is de aftrek 46%. Dit betekent dat Robin € 4.600 met haar aangifte ‘terugkrijgt’.
De betaalde partneralimentatie kost haar dus € 5.400 (€ 10.000 -/- € 4.600).
Voor 2021 is de aftrek 43%. Dit betekent dat Robin € 4.300 met haar aangifte ‘terugkrijgt’.
De betaalde partneralimentatie kost haar dus € 5.700 (€ 10.000 -/- € 4.300).
De netto lasten van Robin stijgen dus met € 300 (€ 5.700 -/- € 5.400).
Laat geen geld liggen: welke kosten zijn aftrekposten? (2020 en 2021)
Zelfstandigenaftrek
Sinds 2020 wordt de zelfstandigenaftrek voor ondernemers afgebouwd. Voor 2021 bedraagt de aftrek €6.670 (in 2020 was dit €7.030). Bekijk hier het overzicht van de afbouw in de aankomende jaren.
De veranderingen in box 2
De komende jaren wordt het tarief in box 2 verhoogd. Van 25% in 2019 naar 26,25% in 2020 en 26,90% vanaf 2021. Dit heeft te maken met de tariefsverlagingen in de winstbelasting voor bedrijven, zoals BV’s.
De veranderingen in box 3
Op dit moment wordt de belastingheffing op spaargeld en aandelen belast met een ‘forfaitair rendement’ (ook wel bekend als fictief rendement) over de waarde van jouw bezittingen op 1 januari van het belastingjaar. Dit betekent dat niet de echte winst (zoals spaarrente, huurinkomsten van verhuurde huizen, waardestijgingen van aandelen) wordt belast, maar dat een verzonnen inkomen wordt gebruikt. Er zijn plannen om deze manier van belastingheffing aan te passen. Hou onze site in de gaten voor als er meer bekend is.
Wil je gelijk doorrekenen wat de plannen voor jou gaan betekenen? Klik dan op deze koopkrachtberekenaar.
Zit jij met een financiële vraag? De gidsen van Kandoor weten veel van belasting.
Geen zorgen, Kandoor is gratis.
Hoe zat het in 2019?
AOW: De belastingschijven 2019
In deze tabel zie je welke percentages horen bij welke inkomens.
Inkomsten in box 1 – AOW-leeftijd en geboren vanaf 1 januari 1946
Inkomen | Percentage |
---|---|
Schijf 1: t/m €20.384 | 18,75% |
Schijf 2: €20.385 t/m €34.300 | 20,20% |
Schijf 3: €34.301 t/m €68.507 | 38,10% |
Schijf 4: vanaf €68.508 | 51,75% |
Inkomsten in box 1 – vanaf AOW-leeftijd en geboren voor 1 januari 1946
Inkomen | Percentage |
---|---|
Schijf 1: t/m €20.384 | 18,75% |
Schijf 2: €20.385 t/m €34.817 | 20,20% |
Schijf 3: €34.818 t/m €68.507 | 38,10% |
Schijf 4: vanaf €68.508 | 51,75% |